Publicatiedatum: 13-11-2023
Welke ouder kent het niet: het drukke ochtendritueel. Altijd weer rennen en vliegen om op tijd de deur uit te zijn voor de eerste schoolbel. Wat kies je dan: ga je te voet, met de fiets of pak je de auto? “Zo’n 1 op de 3 ouders kiest voor de auto”, zegt gedragsexpert Boris Peters van team Structurele Gedragsverandering van SmartwayZ.NL. “Dat brengt chaotische en soms zelfs onveilige situaties met zich mee, juist voor de leerlingen die wel met de fiets of te voet komen.” Gemeenten en scholen zien daarom graag dat meer ouders hun kinderen te voet of met de fiets komen brengen en halen. Om dit gedrag te stimuleren, heeft het team een pilot gedaan bij drie basisscholen in Zuid-Nederland.

Kinderen te voet of met de fiets brengen en halen

Kunnen autoloze schoolstraten zorgen voor ander breng- en haalgedrag van ouders? Die vraag stond centraal in de pilot. “Met deze pilot wilden we laten zien dat gedragsverandering ook van waarde kan zijn bij scholen. Kinderen brengen en halen met de auto is vaak gewoontegedrag en dat kan met de juiste interventies doorbroken worden”, vertelt Boris. Basisscholen Kom.Mijn in Belfeld, Villa Vlinderhof in Waalwijk en Kbs Weilust in Breda deden mee. “We hebben allerlei manieren geprobeerd om ouders uit de auto te krijgen”, zegt Ilse van den Berg, leerkracht bij Kbs Weilust. “Denk aan gele stoepranden en parkeerverbodsborden. Toch bleven ouders voor de auto kiezen. Daarom waren we benieuwd of deze pilot wel voor het gewenste effect zou zorgen.”

 

De inzet van een schoolstraat en een brief

De pilot begon met vooronderzoek naar de motieven van ouders om hun kind met de auto naar school te brengen. Boris: “Daaruit bleek dat ouders onveiligheid ervaren, de auto pakken uit gewoontegedrag en omdat het praktisch is. Ze kunnen bijvoorbeeld meteen doorrijden naar het werk.” Op basis van deze inzichten is gekozen voor een ingrijpende interventie om het gewoontegedrag te doorbreken: de autoloze schoolstraat. “In Belfeld en Breda werden een week lang op breng- en haaltijden de straten van de scholen afgesloten voor auto’s. Hierdoor werd het fysiek onmogelijk voor ouders om hun kind voor de school af te zetten met de auto”, zegt Boris.

 

Boris: “Om ouders van de actie op de hoogte te brengen, schreven we een brief waarin we een cocktail aan gedragstechnieken toepasten. Denk aan het wegnemen van weerstand, het stellen van een norm en het benoemen van de voordelen. In Belfeld is er ook nog een ouderavond georganiseerd om ouders te informeren over de schoolstraat en vragen te beantwoorden.” In Waalwijk werd de straat niet afgezet, maar is alleen de brief getest. “Dat zou een makkelijk opschaalbare oplossing zijn”, zegt Boris. Daarna startte de meting. Met een telsysteem konden kinderen voor, tijdens en na de pilotweek aangeven hoe ze die dag naar school waren gekomen.

 

Geleerde lessen: zet de schoolstraat langer in en doe het samen

Op alle drie de scholen is geen verschil gevonden. “Dit betekent niet dat de pilot niet geslaagd is”, zegt Boris. “We hebben genoeg lessen geleerd die andere gemeenten en scholen kunnen meenemen als zij hiermee aan de slag willen.” De drie belangrijkste lessen zetten we op een rijtje:

1. Doe verder onderzoek: zet de schoolstraat minimaal een maand in
Boris: “Gewoontegedrag verander je niet binnen een week. Dat laat ook deze pilot zien. Door de autoloze schoolstraat te verlengen naar een maand of zes weken, kunnen ouders nieuwe gewoonten aanleren en deze volhouden. Het verlengen van de duur van de schoolstraat kan wel wat weerstand met zich meebrengen. Je doet namelijk inbreuk op de onafhankelijkheid van mensen, er wordt een keuze voor hen gemaakt. Team Structurele Gedragsverandering kan gemeenten helpen met tips om met die weerstand om te gaan.”

2. Zorg voor genoeg capaciteit vanuit de gemeente
Boris: "De samenwerking tussen de school en de gemeente is ook erg belangrijk. De gemeente moet capaciteit hebben om de school te helpen, bijvoorbeeld met het neerzetten van hekken om de straat af te sluiten. En om te zorgen dat er geen onveilige situaties buiten de autoloze schoolstraat ontstaan, zoals het parkeren van auto's op groenstroken. Zulke praktische zaken moeten goed geregeld zijn voor een soepel verloop en zo min mogelijk overlast."

3. Zorg voor genoeg draagvlak
Boris: “Ten slotte is draagvlak nodig, vooral bij de ouders. Om dit voor elkaar te krijgen, helpt het om ouders vroegtijdig mee te nemen in de plannen en ze hierover mee te laten denken. Ook zou je bijvoorbeeld een verkeersregelgroepje kunnen organiseren. Andere ouders kunnen hierdoor een sociale druk ervaren. Veel mensen doen immers wat ze anderen zien doen. Dat kan voor een positief effect zorgen.”

De conclusie van Ilse na de pilot in Breda: “Ouders gaan niet ineens te voet naar school, als ze gewend waren met de auto te komen.” De introductie van een autoloze schoolstraat vraagt dus een goed doordacht voortraject en een langdurige pilot met een groep ouders als ambassadeurs om gedragsverandering mogelijk te maken. “En speel in op de veiligheid van kinderen, dan zal geen enkele ouder zeggen dat het een slecht idee is. Maar geef ze wel genoeg tijd om aan het idee te wennen”, zegt Boris.

 

Wil je als gemeente ook aan de slag met het stimuleren van ander breng- en haalgedrag van ouders? Team Structurele Gedragsverandering denkt graag met je mee. Ook kunnen we het onderzoeksrapport met je delen. Neem hiervoor contact met ons op via gedrag@smartwayz.nl.