
Hendrik Jan Bergveld en Martijn Derksen zijn de nieuwe projectmanager en projectsecretaris van de deelopgave A58 Tilburg-Breda. Bij een MIRT-verkenning verken je welk alternatief of combinatie van alternatieven het meest effectief is. Het is in de beginfase prioriteit om een team van landelijke en regionale partners te vormen. Hierna kan het team echt aan de slag. “Het is een mooie opgave om hier binnen SmartwayZ.NL aan te werken”, aldus Martijn.
Waar liggen jullie prioriteiten en ambities binnen een MIRT-verkenning?
Martijn: “Een MIRT-verkenning bestaat uit vier fases: start, analyse, beoordeling en besluitvorming. De verkenningsfase moet de informatie brengen die nodig is voor een voorkeursbeslissing. In de startfase worden de mogelijke oplossingsrichtingen onderzocht. Daaruit trechteren we de meest kansrijke alternatieven in de analyse en beoordelingsfase. Dit leidt uiteindelijk tot een voorkeursalternatief in de besluitvormingsfase. Samenwerking staat binnen dit project erg hoog in het vaandel. Niet alleen met de landelijke en regionale overheden, maar ook met de directe omgeving en andere belanghebbenden.”
Op welke (smart-mobility-)oplossingen sturen jullie binnen de deelopgave A58 Tilburg-Breda?
“Tijdens de verkenning A58 Tilburg-Breda gaan we zowel traditionele oplossingen, zoals een wegverbreding, als innovatieve oplossingsrichtingen onderzoeken. Zoals eerder genoemd, kijken we in het onderzoek naar de A58 als ‘weg van de toekomst’. Dit betekent dat we rekening houden met de invoering van de zelfrijdende auto’s en de hiervoor benodigde systemen in of langs de weg.
Een ander initiatief waar we ons op gaan richten is de innovatiestrook. Dat is een concept dat het mogelijk maakt om zoveel mogelijk binnen de bestaande ruimte te blijven, maar toch een wegverbreding te realiseren. Hoe dat er precies uit gaat zien is onderdeel van de verkenning, maar zeker is dat we de markt moeten uitdagen om met innovatieve oplossingen voor de A58 tussen Tilburg en Breda te komen. We onderzoeken verschillende variaties op de innovatiestrook. Uit de MIRT-verkenning moet blijken welke oplossingen het effectiefst zijn”, legt Hendrik Jan uit.