Publicatiedatum: 05-10-2017
Nadat eerder werd besloten te beginnen met een plan van aanpak voor een onderzoek naar de A2 Randweg Eindhoven, is nu de gemeente Eindhoven als kartrekker van deze deelopgave van mobiliteitsprogramma SmartwayZ.NL benoemd. Het plan van aanpak voor het onderzoek is op 27 september goedgekeurd tijdens een vergadering van de SmartwayZ.NL programmaraad.
Foto van mensen wachtend bij een zebrapad in Eindhoven

Uit de NMCA 2017 (Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse) blijkt dat na de realisatie van de deelopgaven InnovA58, N279 en de A67 een samenhangende wegopgave voor de A2 Randweg Eindhoven in combinatie met de A50 ontstaat en nader onderzoek nodig is. In het plan van aanpak heeft social design een grote rol. In een open en transparant proces in co-creatie oplossingsscenario’s bedenken op basis van de echte behoeften van betrokken stakeholders.

Een dergelijke mobiliteitsopgave wordt traditioneel gezien als een infrastructureel vraagstuk, maar kan net zo goed worden beschouwd als een gedragsvraagstuk. Immers, als alle weggebruikers hun gedrag zo aanpassen dat ze allemaal op een ander tijdstip vertrekken dan zou er geen of een kleiner probleem zijn. Een nieuw perspectief kan leiden tot nieuwe oplossingen voor bestaande vraagstukken. Daarom kiest SmartwayZ.NL voor het onderzoek naar de mobiliteitsopgave van de A2 Randweg Eindhoven voor een fundamenteel andere en vernieuwende aanpak; een design aanpak waarbij niet de infrastructuur, maar de mens en haar gedrag centraal staan.

De verwachte doorlooptijd van het onderzoek is anderhalf jaar. Bij een start in oktober 2017 wordt de probleemanalyse aangeboden aan de programmaraad van voorjaar 2018; globale oplossingsrichtingen voor de zomer van 2018 en de eindrapportage in december 2018. Het eindproduct bevat (concrete) voorstellen voor het vervolg. Dat kan variëren van direct te realiseren maatregelen tot een opdracht voor een MIRT-Verkenning op basis van een Startbeslissing. Direct betrokken Colleges, Staten en Raden zullen hierover worden geïnformeerd of betrokken worden bij de besluitvorming (indien dit niet binnen het mandaat van de Programmaraad past). Een eventuele Startbeslissing wordt aan de Tweede Kamer aangeboden